Een projectiel met een gewicht van 8 kg in horizontale vlucht met een snelheid v = 250 m/s op een hoogte h = 30 m explodeerde in 2 fragmenten. De kleinere met een massa m1 = 2 kg vloog verticaal omhoog met een snelheid v1 = 100 m/s. Hoe ver uit elkaar zullen de fragmenten van elkaar vallen? Luchtweerstand verwaarlozen.
Opgave 10244. Gedetailleerde oplossing met een kort overzicht van de voorwaarden, formules en wetten die bij de oplossing zijn gebruikt, afleiding van de berekeningsformule en antwoord. Als u vragen heeft over de oplossing, kunt u schrijven. Ik probeer te helpen.
Productbeschrijving: een projectiel van 8 kg, vliegend in horizontale richting met een snelheid v = 250 m/s op een hoogte h = 30 m, explodeerde in 2 fragmenten. Het kleinere fragment heeft een massa m1 = 2 kg en vloog verticaal omhoog met een snelheid v1 = 100 m/s.
Om het probleem op te lossen, is het noodzakelijk om de afstand tussen de inslagpunten van twee projectielfragmenten te vinden.
Om dit te doen, kun je de wet van behoud van energie gebruiken en de wet van beweging van een lichaam dat verticaal naar boven wordt geworpen.
Uit de wet van behoud van energie voor een kleiner fragment kunnen we de maximale hefhoogte h1 verkrijgen die het zal bereiken:
m1 * g * h1 + (1/2) * m1 * v1^2 = (1/2) * m1 * u1^2,
waarbij g de versnelling van de zwaartekracht is, is u1 de snelheid van het fragment wanneer het op de grond valt.
Uit de bewegingswet van een lichaam dat verticaal naar boven wordt geworpen, kan men de vluchttijd van het lichaam berekenen totdat het op de grond valt:
h1 = (1/2) * g * t^2,
waarbij t de vliegtijd is.
Uit de wet van lichaamsbeweging in horizontale richting kan men de vliegtijd van een projectiel berekenen totdat het in fragmenten uiteenvalt:
t = d / v,
waarbij d de afstand is die het projectiel aflegt totdat het in fragmenten breekt.
We kunnen dus de afstand tussen de inslagpunten van de fragmenten uitdrukken in termen van de afstand die het projectiel aflegt en de vliegtijd van het kleinere fragment:
D = v * t + u1 * t = v * (d / v) + u1 * sqrt(2h1 / g).
Als we bekende waarden vervangen, krijgen we:
D = 250 * (d / 250) + 100 * sqrt(2 * 30 / 9,81) ≈ 2056 m.
Antwoord: de afstand tussen de punten waar de fragmenten zijn gevallen bedraagt circa 2056 meter.
***
Het 8 kg wegende projectiel is een stevig lichaam dat kan worden gebruikt als munitie voor verschillende soorten wapens. Bij horizontale vlucht beweegt het in een rechte lijn zonder de hoogte of hellingshoek te veranderen. In dit geval is de snelheid van het projectiel een belangrijke parameter die de energie en impactkracht ervan bepaalt. Afhankelijk van het type wapen en de taak die moet worden opgelost, kunnen verschillende aanpassingen aan projectielen worden gebruikt. Het is echter belangrijk om te onthouden dat het gebruik van wapens en munitie moet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften en wetgeving.
***