15.3.11. Laten we aannemen dat een lichaam met een massa m = 100 kg vanuit een rusttoestand langs een horizontaal ruw vlak begint te bewegen onder invloed van een constante kracht F. Als het lichaam een afstand van 5 m aflegt en de snelheid 5 m wordt s, dan is het noodzakelijk om de grootte van de kracht F te bepalen, rekening houdend met het feit dat de glijdende wrijvingskracht Ftr = 20 N is. Het antwoord op het probleem is 270.
Dit digitale product is een oplossing voor een probleem uit de collectie van Kepe O.?. in de natuurkunde. Deze oplossing heeft in het bijzonder betrekking op probleem 15.3.11, dat de beweging beschrijft van een lichaam van 100 kg op een horizontaal ruw vlak onder invloed van een constante kracht F. In het probleem is het noodzakelijk om de grootte van de kracht F te bepalen. als het lichaam een pad aflegt van 5 m en een snelheid heeft van 5 m/s, en de glijdende wrijvingskracht Ftr 20 N is.
Deze oplossing wordt gepresenteerd in de vorm van een nauwkeurig en gedetailleerd antwoord dat u kan helpen dit probleem te begrijpen en op te lossen. Daarnaast kan het handig zijn ter voorbereiding op examens of Olympiades in de natuurkunde.
Door dit digitale product te kopen, krijgt u gemakkelijk en snel toegang tot het oplossen van het probleem, dat u altijd en overal kunt gebruiken.
Dit digitale product is een oplossing voor probleem 15.3.11 uit de collectie van Kepe O.?. in de natuurkunde. Het probleem houdt rekening met de beweging van een lichaam van 100 kg op een horizontaal ruw vlak onder invloed van een constante kracht F. Het is vereist om de krachtmodulus F te bepalen als het lichaam een pad van 5 m aflegt en een snelheid van 5 m heeft. /s, en de glijdende wrijvingskracht Ftr is 20 N.
De oplossing voor dit probleem wordt gepresenteerd in de vorm van een nauwkeurig en gedetailleerd antwoord dat u zal helpen dit probleem te begrijpen en op te lossen. Door dit digitale product te kopen, krijgt u gemakkelijk en snel toegang tot het oplossen van het probleem, dat u altijd en overal kunt gebruiken. Deze oplossing kan ook handig zijn bij de voorbereiding op examens of Olympiades in de natuurkunde. Het antwoord op het probleem is 270.
***
Product beschrijving:
Oplossing voor probleem 15.3.11 uit de collectie van Kepe O.?. voor studenten en schoolkinderen die natuurkunde studeren. Het probleem is als volgt geformuleerd: op een horizontaal ruw vlak begint een lichaam met een massa van 100 kg te bewegen vanuit een rusttoestand onder invloed van een constante kracht F. Nadat het lichaam een afstand van 5 m heeft afgelegd, neemt de snelheid ervan toe. wordt 5 m/s. Het is bekend dat de glijdende wrijvingskracht 20 N is. Het is noodzakelijk om de krachtmodulus F te vinden.
Het probleem wordt opgelost door de wetten van Newton en de bewegingsvergelijking te gebruiken. Eerst wordt de versnelling van het lichaam bepaald, vervolgens wordt de krachtmodulus F gevonden met behulp van de formule F = m*a + Ftr, waarbij m de massa van het lichaam is, a de versnelling en Ftr de glijdende wrijvingskracht.
Oplossing voor probleem 15.3.11 uit de collectie van Kepe O.?. zal studenten en schoolkinderen helpen de toepassing van de wetten en bewegingsvergelijkingen van Newton bij echte problemen beter te begrijpen en zich voor te bereiden op examens in de natuurkunde. Het antwoord op het probleem is 270.
Opgave 15.3.11 uit de collectie van Kepe O.?. verwijst naar de paragraaf ‘Kanstheorie’ en is als volgt geformuleerd:
"De kans dat een telefoongesprek door de abonnee wordt geaccepteerd is 0,8. Bereken de kans dat van de drie oproepen er twee worden geaccepteerd."
Om dit probleem op te lossen, kunt u de binominale verdeling gebruiken. Volgens deze verdeling is de kans dat uit n onafhankelijke pogingen k zal slagen en (n-k) zal mislukken gelijk aan:
P(k) = C(n,k) * p^k * (1-p)^(n-k),
waarbij p de kans op succes in elke poging is, is C(n,k) het aantal combinaties van n tot k.
In dit geval is de kans op succes p = 0,8, het aantal tests is n = 3, het aantal successen is k = 2. Dan is de kans dat van de drie oproepen er twee worden geaccepteerd gelijk aan:
P(2) = C(3,2) * 0,8^2 * 0,2^1 = 3 * 0,64 * 0,2 = 0,384.
De gewenste waarschijnlijkheid is dus 0,384 of 38,4%.
***
Zeer handig en duidelijk digitaal product.
Oplossing van het probleem uit de collectie van Kepe O.E. veel gemakkelijker met dit product.
Uitstekend digitaal materiaal voor zelfstudie.
Bespaart veel tijd en moeite bij het vinden van oplossingen voor problemen in het boek.
Een handig en betaalbaar product voor scholieren en scholieren.
Een grote keuze aan taken en oplossingen die helpen bij het verbeteren van kennis en vaardigheden.
Het geld waard en een geweldige investering in het onderwijs.
Een zeer hoogwaardige oplossing voor het probleem, toegankelijk en begrijpelijk, zelfs voor beginners.
Een uitstekend digitaal product dat helpt om het probleem uit de collectie van Kepe O.E. snel en gemakkelijk op te lossen.
De oplossing van opgave 15.3.11 uit de collectie van Kepe O.E. gewoon een redder in nood voor degenen die moeite hebben met het leren van wiskunde.
Een goed voorbeeld van hoe digitale goederen je kunnen helpen studeren en veel tijd kunnen besparen.
Ik raad deze oplossing voor het probleem ten zeerste aan aan iedereen die op zoek is naar een snelle en efficiënte oplossing voor probleem 15.3.11 uit de verzameling van OE Kepe.
Het is erg handig om rechtstreeks op uw computer of telefoon toegang te hebben tot een hoogwaardige probleemoplossing.
Dank aan de auteur voor een doordachte en eenvoudige benadering van de oplossing